Reglementen

- 1 -
Watersportvereniging "DE ZILVERVLOOT” Schoonhoven Opgericht 17 september 1945 Ligplaats: Schoonhoven. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 1. Leden Zij, die aspirant-lid of aspirant-jeugdlid van de vereniging wensen te worden doen hiervan schriftelijk mededeling aan de secretaris. Na 1 jaar kunnen zij als gewoon lid of als jeugdlid der vereniging toetreden. Het Bestuur beslist over niet toetreden, met welke beslissing betrokkene schriftelijk in kennis wordt gesteld. Na een eventueel afwijzen is in het lopende seizoen geen verdere aanmelding mogelijk. a. De leden zijn verplicht ieder jaar vóór 30 april hun contributie te voldoen en wel bij de penningmeester der vereniging. b. Bij aanneming als aspirant-lid is inschrijfgeld verplicht en een jaar contributie bij vooruitbetaling verschuldigd; óók een jeugdlid betaalt inschrijfgeld en is eveneens een jaar contributie verschuldigd. Deze bedragen evenals liggelden, winterstallinggelden en andere bedragen worden vermeld in de tarieflijst, welke door Algemene Ledenvergadering is goedgekeurd. Deze tarieflijst wordt elk jaar vastgesteld. c. De leden zijn verplicht zich aan de maatregelen, welke door het Bestuur worden getroffen, te onderwer-pen. d. Wanneer een lid zich in de vereniging niet behoorlijk gedraagt of in het bijzonder, tijdens de vergaderin-gen, in ieder geval in clubverband onbehoorlijk optreedt, zich niet houdt aan het bepaalde in statuten en reglementen, dan wordt dit aangeduid als wangedrag. e. Ieder lid wordt geacht het wettelijk geldige vaarreglement te kunnen toepassen. f. Op aspirant-leden of aspirant-jeugdleden, die aan het einde van het seizoen bedanken wordt alvorens bij de aanvang van het nieuwe seizoen lid te kunnen worden, opnieuw art. 1 lid b. toegepast. g. Deze regel geldt ook voor alle andere vormen van lidmaatschap, echter met uitzondering van het gestelde betreffende het inschrijfgeld. h. Ieder lid heeft recht van introductie. Diegene, die een gast introduceert, is aansprakelijk voor diens handelingen. Niet-leden hebben zonder introductie in geen geval toegang tot de jachthaven of winter-stallingterrein. i. Het bestuur heeft het recht om in bijzondere gevallen de toegang van een introducé te weigeren. j. In het algemeen hebben leden de in de Statuten en dit Huishoudelijk Reglement toegekende rechten. k. Donateurs hebben toegang tot de jachthaven en terreinen der vereniging, evenals tot de ledenver-gadering, zij hebben in deze vergadering slechts een adviserende stem. l. Een geroyeerd lid kan zich slechts met vooraf gevraagde schriftelijke toestemming van het Bestuur opnieuw als aspirant-lid aanmelden. Artikel 2. Lidmaatschap. Het lidmaatschap of donateurschap kan niet worden opgezegd, dan tegen 1 april van enig jaar. Opzegging heeft plaats door schriftelijke kennisgeving aan de secretaris, die haar schriftelijk be-vestigt. Een kennisgeving na 1 april van enig jaar ontvangen wordt beschouwd als te zijn ont-vangen tegen 1 april van het daaropvolgende jaar. In zeer bijzondere gevallen (zulks ter beoor-deling van het Bestuur) kan hiervan worden afgeweken.
- 2 -
Artikel 3. Ontzetting (Royement). Een lid, aspirant-lid, jeugdlid,of begunstig(st)er wiens gedrag, woorden of handelingen, naar het oordeel van het Bestuur zijn royement wettigen, kan door het Bestuur worden geschorst. Van de schorsing wordt hem schriftelijk kennis gegeven, de wettigheid der schorsing is niet afhankelijk van de ontvangst der kennisgeving. Tijdens de schorsing is de geschorste verstoken van alle rechten. Artikel 4. Algemene Ledenvergadering Alle aspirant-leden, leden en jeugdleden, evenals donateurs hebben toegang tot de Algemene Ledenverga-dering. Ieder jaar wordt tenminste een Algemene Ledenvergadering gehouden en wel in de maand maart / april. Overigens worden Algemene Ledenvergaderingen gehouden zo dikwijls als dat verlangd wordt door: a. de voorzitter of ten minste drie leden van het Bestuur; b. ten minste 1/3 van het aantal gewone leden. Zij geven van hun verlangen schriftelijk kennis aan de se-cretaris, met opgave van punten van behandeling. Het Bestuur belegt de vergadering binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek. Artikel 5. De vergadering wordt belegd door het Bestuur. De oproeping geschiedt door middel van een convocatie of publicatie in de pers, tenminste drie dagen voor de vergadering. Artikel 6. Over punten niet in de oproep vermeld, kan een besluit niettemin worden genomen, tenzij het Bestuur of ten-minste zes leden zich daartegen verzetten Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen met onge-tekende briefjes. Een voorstel, waarover de stemmen staken, is verworpen. Bij staking der stemming over personen beslist het lot. Heeft buiten dat geval bij de eerste stemming niemand de meerderheid op zich ver-enigd, dan wordt herstemd tussen de twee personen, die de meeste stemmen op zich verenigden. Wanneer niemand hoofdelijke stemming verlangt, kan een besluit worden genomen bij acclamatie. De voorzitter is bevoegd een vergadering te verdagen. Zij komt dan zonder nadere oproeping bijeen. Artikel 7. In de Algemene Ledenvergadering wordt door het Bestuur verslag gedaan van de werkzaamheden in het afgelopen jaar, door middel van een jaarverslag verzorgd door de secretaris. De penningmeester geeft een verslag over de stand der geldmiddelen. De penningmeester zal zijn rekening en verantwoording min-stens tien dagen voor de vergadering overleggen aan een Commissie van twee leden, welke commissie in de Algemene Ledenvergadering verslag zal uitbrengen van haar bevindingen. De leden dezer commissie, naast twee plaatsvervangende leden worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering van het voorafgaande jaar. Artikel 8. Besluiten ener vergadering in welke: a. minder dan drie bestuursleden, of b. minder dan tien stemgerechtigde leden, het bestuur meegeteld, aanwezig zijn, zijn slechts bin-dend, indien binnen twee weken, nadat de genomen besluiten aan de leden bekend zijn gemaakt, geen nieuwe ledenvergadering is uitgeschreven, of door tenminste tien leden is aangevraagd. Indien een vergadering is aangevraagd, wordt deze zo spoedig mogelijk gehouden en is deze bevoegd tot een beslissing, onverschillig het getal der aanwezigen.
- 3 -
Artikel 9. Er worden geacht zoveel stemgerechtigde leden ter vergadering aanwezig te zijn, als het aantal hunner hand-tekeningen op de presentielijst bedraagt. Artikel 10. Bestuur Het Bestuur wordt gevormd uit de leden der vereniging, die de 21-jarige leeftijd hebben bereikt. De jaarlijkse verkiezing der bestuursleden geschiedt in de Algemene Ledenvergadering. In tussentijdse vacatures wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering voorzien. Artikel 11. Onverminderd zijn verantwoordelijkheid aan de Algemene Ledenvergadering beslist het Bestuur in alle geval-len in welke de Statuten en het Huishoudelijk Reglement niet voorzien. Het neemt alle maatregelen voor orde en stelt alle Reglementen vast. Het benoemt en ontslaat alle personen in dienst der vereniging. Namens de vereniging neemt het aangeboden geschenken aan of weigert deze; alleen in het eerste geval doet het me-dedeling in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. Het zorgt voor een geschikte ligplaats voor de vaartuigen en eigendommen der vereniging. Artikel 12. Onverminderd zijn verantwoordelijkheid tegenover de Algemene Ledenvergadering is het Bestuur bevoegd de speciale behartiging van daartoe naar het oordeel van het Bestuur in aanmerking komende belangen der ver-eniging op te dragen aan één of meer zijner leden, aan de hand van door het Bestuur vast te stellen regels. Van deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt ten aanzien van de behartiging der belangen van de jacht-haven en het waardterrein. Artikel 13. Leden, die menen zich over het Bestuur te moeten beklagen, of die met het Bestuur verschil hebben over de bepalingen der Statuten, het Huishoudelijk Reglement, andere reglementen of maatregelen van orde, kunnen hun klachten inbrengen in een Algemene Ledenvergadering. Zolang de vergadering niet heeft beslist, gedragen zij zich naar het oordeel van het Bestuur. Artikel 14. Geldmiddelen Het verenigingsjaar loopt van 1 mei tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar. De contributie wordt jaarlijks door de Algemene Ledenvergadering vastgesteld. De minimum bijdrage voor donateurs wordt ver-meld in de tarieflijst zoals genoemd in artikel1 lid b. Artikel 15. De contributie wordt voor 30 april betaald op kwitantie van de penningmeester of door overschrijving op de post- of bankrekening der vereniging. Wie in de loop van een verenigingsjaar lid of donateur wordt, be-taalt de volle contributie. Bij gebreke van betaling der contributie zendt de penningmeester aan het in ge-breke gebleven lid of donateur een aanmaning, om de contributie, verhoogd met, 10% binnen veertien dagen bij hem te storten. Blijft hij ook dan in gebreke, dan is het lid of de donateur van rechtswege geschorst en wordt hij op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering tot royement voorgedragen.
- 4 -
Artikel 16. Het Bestuur is bevoegd, voor zover toereikend, ligplaatsen voor vaartuigen te verhuren, evenals stalling-plaats op het Waardterrein, en het gebruik van apparatuur voor leden en in incidentele gevallen voor niet-leden, e.e.a. conform de tarievenlijst. Artikel 17. Ieder lid is verplicht zijn vaartuig welke in de haven afgemeerd, of op het winterstallingsterrein gestald wordt, voldoende te verzekeren. En verplicht dit op aanvraag van het bestuur steekproefsgewijs te tonen. Artikel 18. Strafbepalingen. Alle schade, hoe dan ook ontstaan aan de eigendommen of zaken waarover de vereniging beheer heeft, zijn voor rekening van het lid of leden, door wie de schade werd veroorzaakt. De schade wordt bindend vastgesteld door het Bestuur, terwijl bij gebreke van direct voldoening van het schadebedrag, tegen het betrokken lid of leden, in rechten kan worden opgetreden. Artikel 19. Wie, zonder daartoe het recht te hebben, een vaartuig gebruikt, of aan de andere kant de voorschriften over-treedt, is verantwoordelijk voor de daardoor ontstane schade en kan door het Bestuur geschorst worden. Zonder schriftelijke vergunning van de eigenaar is het niet toegestaan gebruik te maken van particuliere vaar-tuigen, welke in de jachthaven van de vereniging zijn ondergebracht. Artikel 20. Wimpel en vlag der vereniging. De wimpel, resp. vlag der vereniging, bestaat uit een oranje driehoekige, resp. vierhoekige vlag, waarin het witte monogram van "de Zilvervloot" is aangebracht op een donkerblauwe ondergrond zoals hieronder is afgebeeld.
- 5 -
Artikel 21. Slotbepalingen. Alle leden zijn gebonden aan de besluiten, welke door een Algemene Ledenvergadering zijn genomen, onverschillig of zij al dan niet bij het behandelen van het onderwerp aanwezig zijn geweest. Zij verbinden zich tevens tot de goede uitvoering van deze besluiten mede te werken. Artikel 22. Bij verandering van adres moeten de leden dit schriftelijk aan de secretaris melden. Bij in gebreke blijven hiervan zijn alle eventuele gevolgen hiervan, ook financiële, voor rekening van het betreffende lid. Artikel 23. Leden die klachten wensen in te dienen, kunnen zich schriftelijk tot de secretaris wenden. Deze is ver-plicht de klachten op de eerstvolgende bestuursvergadering in behandeling te brengen. Het resultaat wordt de betrokkene medegedeeld. Artikel 24. Indien een artikel in dit huishoudelijk reglement voor verschillende uitleg vatbaar is, beslist het bestuur. In gevallen waarin het Reglement niet voorziet, beslist het bestuur. Artikel 25. Naast de statuten en dit huishoudelijk reglement zijn de volgende reglementen van toepassing binnen de vereniging: 1. Havenreglement 2. Waardreglement, waarin ook de regels zijn opgenomen voor de winterstalling. Artikel 26. Wijzigingen en aanvullingen van bovengenoemde Reglementen kunnen door het bestuur gedaan worden. Publicatie per post en/of op het mededelingenbord in het "Praathuis” op het Waardterrein verlenen deze wijzigingen rechtsgeldigheid. Artikel 27. Voor besluiten tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement is een meerderheid vereist van tenminste 3/4 der uitgebrachte stemmen. Artikel 28. Een Algemene Ledenvergadering waarin tenminste 20 stemgerechtigde leden tegenwoordig zijn, kan bij een besluit, genomen met een meerderheid van tenminste 3/4 der uitgebrachte stemmen ontheffing verlenen van de bepalingen van de Reglementen, indien het voorstel daartoe in de oproeping is vermeld.
- 6 -
Artikel 29. In geval van ontbinding der vereniging doet de penningmeester rekening en verantwoording in een Algemene Ledenvergadering. Het bij artikel 22 2e lid der Statuten bedoelde batig saldo wordt geschonken aan de Konin-klijke Nederlandse Redding Maatschappij. Artikel 30. Exemplaren van de Statuten en genoemde Reglementen zijn bij de secretaris verkrijgbaar. Ieder lid ontvangt bij toetreding een exemplaar. Aldus vast gesteld in de Algemene Ledenvergadering van 7 januari 1946. Herzien op 21 april 1989. Herzien op 9 december 2007 Het Bestuur.
- 7 -
HAVENREGLEMENT Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a) Schipper: Hij, die op het vaartuig het gezag voert of feitelijk met de uitoefening daar-van is belast; b) Pleziervaartuigen: Vaartuigen, al dan niet mechanisch voortbewogen, welke zijn bestemd voor of gebezigd tot het vervoeren van personen - niet tegen betaling en geen bedrijfsvervoer zijnde - of de beoefening van de watersport of de amateur-visserij; c) Havencommissaris: Hij, die in deze functie door het bestuur is benoemd. e) Bestuur: Het bestuur van de W.S.V. De Zilvervloot. Artikel 2. De Havencommissaris is belast met de handhaving van de bepalingen van dit havenreglement. Artikel 3. Elke overtreding of niet nakoming van een der bepalingen van dit reglement kan royement tot gevolg heb-ben en het vervallen van de ligplaats of winterberging, een en ander ter competentie van het bestuur. Artikel 4. 1. Een ieder is gehouden elk mondeling of schriftelijk bevel van de Havencommissaris, tot handhaving van de openbare orde en veiligheid, ter regeling van het scheepvaart verkeer, ter voorkoming van brand, aanvaring of andere onheilen of ter uitvoering van dit reglement, daaronder begrepen het verhalen, ver-anderen van ligplaats en het afvieren of inkorten van landvasten, behoorlijk na te komen. 2. Bij niet-nakoming van de in het eerste lid bedoelde bevelen, is de Havencommissaris bevoegd, datge-ne te verrichten of te doen verrichten, waartoe de nalatige, krachtens deze bevelen verplicht was, zulks op kosten van de nalatige. Artikel 5. 1. Het is niet toegestaan: a. pleziervaartuigen in de haven een vaste ligplaats te doen innemen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur, aan welke toestemming voorwaarden kunnen worden verbonden; b. pleziervaartuigen, waarvan het bestuur heeft verklaard, dat zij naar hun oordeel ofwel onzeewaar-dig zijn, ofwel in onvoldoende staat van onderhoud verkeren, in de haven af te meren of daarmede in de haven te varen. c. pleziervaartuigen in de haven af te meren, anders dan aan de daarvoor kennelijk bestemde, in de haven gelegen drijvende steigers en/of meerpalen. d. pleziervaartuigen in de haven af te meren, te hebben en/of te houden, anders dan in het tijdvak een april tot een november van enig kalenderjaar; behoudens toestemming van het bestuur. e. bij pleziervaartuigen die overwinteren in de haven dienen de benodigde voorzorgen uitge-voerd te worden. Een en ander in overleg en ter goedkeuring van de havencommissaris. 4. In geval de Havencommissaris, om welke reden dan ook, niet bekend mocht zijn met naam en adres van de schipper, eigenaar of gebruiker van het betrokken pleziervaartuig, wordt onder de in het derde lid bedoelde waarschuwing tevens verstaan een door de Havencommissaris op het betrokken pleziervaartuig te be-vestigen aankondiging, houdende mededeling der in het derde lid bedoelde waarschuwing.
- 8 -
Artikel 6. 1. De schippers, die voor hun pleziervaartuig geen vaste ligplaats in de haven hebben, zijn gehouden, zodra zij de haven zijn binnengekomen, zich te melden bij de Havencommissaris voor de aanwijzing van een lig-plaats. 2. Vaste ligplaatsen worden telkens voor één seizoen door het bestuur toegewezen. Wanneer iemand van de hem toegewezen ligplaats gedurende een seizoen geen gebruik maakt, is het recht op deze plaats vervallen, tenzij vooraf overleg is gepleegd met het bestuur. 3. De aanwijzing van een ligplaats ontheft de schipper niet van de verplichting om zich te overtuigen, dat die lig-plaats voor zijn pleziervaartuig veilig is. 4. De schipper kan in principe kleine aanpassingen aan de ligplaats verrichten, mits met toestemming van Havencommissaris. De schipper is verplicht de nodige voorzorgen in acht te nemen, zodanig dat zijn pleziervaartuig geen scha-de of ongeluk veroorzaakt, in het algemeen de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht, en dat zijn ple-ziervaartuig ten genoegen van de Havencommissaris gemeerd blijft. 5. Het is de schipper verboden met zijn pleziervaartuig in de haven te varen wanneer het getuigd of onvol-doende bemand is, dan wel wanneer het overladen is. 6. Het is de schipper verboden met zijn pleziervaartuig in de haven te varen met een zodanige snelheid, dat door golfslag of zuiging schade kan worden toegebracht aan derden of eigendommen van derden. 7. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, eerste lid, sub. c. en d. is het verboden ankers of dreggen uit te zetten op een glooiing, dam, wal, kade of binnen de haven. 8. De schipper is verplicht er voor te zorgen, dat de landvasten van zijn pleziervaartuig zodanig zijn aange-bracht, dat aan andere vaartuigen, pleziervaartuigen daaronder begrepen, geen schade en/of hinder wordt toegebracht. 9. De schipper, of bij diens ontstentenis, de eigenaar of gebruiker van een gezonken pleziervaartuig is verplicht, onmiddellijk na het zinken, daarvan kennis te geven aan de Havencommissaris en zowel bij dag als bij nacht zodanige bakens op of boven het gezonken pleziervaartuig te plaatsen, als de Havencommissa-ris nodig zal oordelen. De schipper, of bij diens ontstentenis de eigenaar of gebruiker, moet er voor zorgdragen, dat het gezonken pleziervaartuig binnen door de Havencommissaris te bepalen tijd uit de haven verwijderd is. Indien het zinken van het vaartuig te wijten is aan onvoldoende onderhoud, of door regenval, zal dit on-verwijld tot opzegging van de ligplaats leiden. Evt. bergingskosten komen voor rekening van de eigenaar. 10. Het is verboden overboord in de haven te werpen, te laten vallen, te pompen of te doen vloeien: a. zinkende voorwerpen. b. olie, vuilnis, afval, fecaliën en dergelijke voorwerpen en stoffen. 11. Het is verboden met enig voorwerp te steken ofte haken in de drijvende steigers of meerpalen en/of daarop of daaraan enige verandering aan te brengen, tenzij met voorafgaande toestemming van de ha-vencommissaris, aan welke toestemming voorwaarden kunnen worden verbonden. Artikel 7. 1) Het is verboden, zonder daartoe bevoegd te zijn, de drijvende steigers of toegangsbruggen en trap-pen te betreden.
- 9 -
2. Het is verboden, zonder daartoe bevoegd te zijn, enig pleziervaartuig los te maken, te verleggen ofte ver-halen, daarvan landvasten te kappen, los te gooien of zich op of in het pleziervaartuig te bevinden. Artikel 8. De Havencommissaris is bevoegd onbeheerde objecten, welke in de haven worden aangetroffen, alsmede niet gemeerd zijnde, los drijvende objecten, te meren, te verhalen en op een hem passende wijze, in bewaring te nemen voor rekening en risico van belanghebbende. Artikel 9. Van de beslissingen en de bevelen van de Havencommissaris, staat beroep open bij het bestuur. Artikel 10. Alvorens de sluis door te varen moet er signaal gegeven worden. Artikel 11. Het reglement treedt op 1 juli 1968 in werking. Artikel 12. Alvorens een vaste ligplaats in te nemen is iedere schipper of eigenaar verplicht een verklaring te tekenen, waarin hij bevestigt kennis te hebben genomen van dit reglement en akkoord gaat met de inhoud. Artikel 13. Het niet gebruiken van de ligplaats dient u aan de Havencommissaris te melden. Tevens wordt U verzocht periodes van afwezigheid via een bordje aan uw meerpaal aan te geven. Artikel 14 leder lid dat een vaartuig in de jachthaven heeft liggen is verplicht zijn vaartuig voldoende te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid. Het bestuur is bevoegd steekproefsgewijs, inzage te vorderen in de betreffende bescheiden. Schoonhoven, 1 juli 1968, Herzien 21 april 1989. Herzien 9 december 2007 Het bestuur.
- 10 -
WAARDREGLEMENT Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: Waardcommissaris: Hij, die in deze functie door het bestuur is benoemd. Artikel 2. De Waardcommissaris is belast met de handhaving van de bepalingen van dit Waardreglement. Een plaats voor de winterstalling op het Waardterrein, de Waard, dient schriftelijk bij het bestuur te wor-den aangevraagd. De stallingplaatsen op de Waard worden jaarlijks ingedeeld door de Waardcommissaris. De winterstalling is niet bedoeld voor open trailerbare boten. Indien er ruimte overblijft op het Waardterrein, is het in overleg met de Waardcommissaris en op zijn aanwijzing, mogelijk om een open trailerbare boot en/of trailer voor één winterseizoen te stallen. Artikel 3. In verband met milieu- en veiligheidseisen is het gebruik van vaten voor boot-ondersteunen niet toege-staan. De schepen moeten op deugdelijke steunen worden geplaatst. De ladders wanneer niet in gebruik, dienen d.m.v. een slot vastgelegd te worden. Artikel 4. Bediening van hellinglier en lorrie is alleen toegestaan aan door het bestuur aangewezen personen, overeenkomstig de bedieningsvoorschriften. De bedieningsvoorschriften zijn opgehangen op het Waardterrein en in het Praathuis. De waardcommissaris zorgt namens het bestuur voor een regelmatige training van aangewezen perso-nen. Artikel 5. Hellingen en te water laten geschiedt in overleg met de Waardcommissaris. Het gebruik maken van de helling geschiedt voor rekening en risico van de schipper. De vereniging kan dus niet voor ongevallen en/of schade aansprakelijk worden gesteld. Tevens dient het lid dat gebruik maakt van de faciliteiten zoals rail, lier en takel, een zogenaamde vrijwa-ringsverklaring te tekenen dat hij/zij op eigen risico en rekening gebruik maakt van deze faciliteit. Schepen moeten voor 1 november op de Waard staan. Schepen moeten voor 1 mei te water worden gelaten. Alle overige werkzaamheden bij het hellingen en te water laten, zoals rails uitleggen en het verzorgen van de bemanning, dienen door de booteigenaar te worden geregeld. Voordat met de schepen over de rails wordt gereden is het van belang, dat de onderstopping worden gecontroleerd door een door de Waardcommissaris aangewezen persoon.
- 11 -
Na het te water laten dient U uw materiaal naar behoren op te ruimen, minimaal een meter vanaf afras-tering aan de plantsoenzijde. De houten onderdelen van uw opstelmateriaal dienen opgeruimd te worden onder bv. een afdekzeil, zodat het niet als afval wordt afgevoerd bij opruimwerkzaamheden. Artikel 6. Op de Waard mogen alleen schepen worden gereinigd overeenkomstig de Waterwet op de daartoe in-gerichte afspuitplaats. Er mogen geen chemische middelen worden toegevoegd aan het reinigingswater. Hierbij dient de handleiding strikt in acht te worden genomen. Olie verversen en schilderen zijn op de afspuitplaats niet toegestaan. Artikel 7. Onderwaterschepen mogen na februari niet meer worden ontroest of geborsteld. Bij werkzaamheden aan het onderwaterschip dient een zeil gebruikt te worden om het chemisch afval op te vangen, om het daarna zelf af te voeren. Artikel 8. Bij het schuren dienen bij voorkeur apparaten met stofafzuiging te worden gebruikt. Overmatig schuurstof dient zo mogelijk op een zeil te worden opgevangen. Verf- en teerresten e.d. dienen op een zeil opgevangen en daarna afgevoerd te worden. Verf- teerblikken en kwasten mogen niet onder de schepen bewaard worden, dit in verband met vanda-lisme en milieueisen. Voorkom bij motor- en installatieonderhoud te allen tijde bodemverontreiniging. Artikel 9. Chemisch afval mag niet op het terrein worden opgeslagen, u dient dit zelf af te voeren. Oude accu's kunnen meestal worden ingeleverd bij de leverancier van uw nieuwe accu, ook hiervoor dient u zelf te zorgen. Huishoudelijk afval dat vrijkomt in het "Praathuis”, zoals koffiebekertjes e.d. wordt gedeponeerd in de afvalbak aldaar. Al het persoonlijke afval dient u zelf af te voeren. Er wordt dus nergens afval op het terrein achtergelaten anders dan in uw boot! Artikel 10. Voor las-, slijp- en/of verbouwwerkzaamheden moet eerst toestemming gevraagd worden aan de Waardcommissaris. Bij toestemming mag geen overlast en schade veroorzaakt worden ten aanzien van andere Waardgebruikers. Verantwoording blijft bij de eigenaar. Gritstralen is onder geen voorwaarde toegestaan. En altijd geldt: Houd onderling rekening met elkaars eigendommen en werkzaamheden. Artikel 11. Vanaf 1 mei tot 1 oktober kunnen trailers op de Waard worden gestald, mits voorzien van de naam van de eigenaar.
- 12 -
Een schip mag maximaal twee seizoenen op de Waard worden gestald. Daarna moet het te water wor-den gelaten. In geval van overmacht, zulks te beslissen door het bestuur, kan toestemming tot verlenging van de winterstalling worden gegeven. Gedurende de stallingsperiode op de Waard, wordt de totaal ingenomen grondoppervlakte, inclusief boot, tent, trailerdissel etc. in rekening gebracht. Artikel 12. Elektriciteit en water zijn aanwezig, maar alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik en normaal onder-houd aan het schip. Dus niet voor elektrische kachels, of veelvuldig boten afspuiten en dergelijke. Artikel 13. Het terrein is alleen toegankelijk voor leden. Een sleutel van het toegangshek is voor leden en aspirant-leden bij de Waardcommissaris verkrijgbaar, tegen vergoeding van de kosten. Incidenteel kunnen derden werkzaamheden verrichten aan boten of terrein en/of installaties. Dit onder verantwoording van de booteigenaar of Waardcommissaris. Een en ander altijd in overleg met de Waardcommissaris. Artikel 14. leder lid dat een vaartuig heeft gestald op de Waard is verplicht zijn vaartuig voldoende te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid. Het bestuur is bevoegd steekproefsgewijs, inzage te vorderen in de betreffende bescheiden. Artikel 15. Om de gevolgen van eventuele brand te beperken moeten de afsluiters van brandstoftanks en gasflessen tijdens de stalling zijn afgesloten. Ga voorzichtig om met het gebruik en opslag van vluchtige stoffen zoals terpentine, thinner, aceton en dergelijke. Artikel 16. Elke overtreding of het niet nakomen van een der bepalingen van dit reglement kan royement tot gevolg hebben en het vervallen van de ligplaats en/of winterberging, een en ander ter beoordeling door het bestuur. Schoonhoven, 9 december 2007 Herzien 24 maart 2017 Het bestuur.